De zorgen waren groot rond Wout van Aert aan de vooravond van de Ronde van Vlaanderen, na een zwakke seizoensstart en een mislukte finale in Dwars door Vlaanderen vier dagen eerder. Maar zondag verraste de Kempenaar vriend en vijand op de kasseien van het Ronde-parcours. Hij reed de hele koers in de voorste gelederen, hield stand tegen de besten, en kraakte op geen enkel moment — ook al kon hij de ontketende Tadej Pogacar niet volgen op de hellingen.
Van Aert moest uiteindelijk tevreden zijn met een vierde plaats, mede door de vele inspanningen die hij leverde om terug te keren naar de groep die streed om plaats twee. Maar over de hele wedstrijd bekeken, leek hij wel degelijk de tweede sterkste man van de dag, na Pogacar. “Ik ben best tevreden met mijn prestatie,” verklaarde hij na de finish. “Een vierde plaats na zo’n strijd, daar kan ik mee leven.”
“Ik kijk al uit naar Roubaix”
Voor Parijs-Roubaix, dat hij samen met de Ronde als zijn grootste doel had aangekondigd dit voorjaar, heeft Wout van Aert niet alleen de buitenwereld, maar vooral zichzelf gerustgesteld. Hij bewees dat hij nog steeds mee kan met de allerbesten. En dat zou op de kasseien van Roubaix — waar de hellingspercentages veel lager zijn dan in de Ronde — nog meer in zijn voordeel kunnen spelen.
“Zoals ik had gehoopt, heb ik de twijfel na woensdag niet laten toeslaan. Mezelf daarin verliezen zou de grootste fout geweest zijn. De manier waarop ik vandaag reageerde, stelt me gerust…,” zei WVA opgelucht. “Ik kijk nu al uit naar Roubaix.”
Specifieke training werpt zijn vruchten af?
Door niet koste wat het kost Pogacar of Van der Poel te volgen, maar zijn eigen tempo te blijven rijden en nooit echt te plooien, koos Van Aert dit keer voor een andere aanpak dan in het verleden. Die sterke vorm zou het resultaat zijn van een aangepast trainingsprogramma, met focus op uithouding.
“Dat is iets waar we specifiek aan gewerkt hebben,” bevestigde zijn trainer Mathieu Heijboer in Het Nieuwsblad. “We hebben zijn trainingen aangepast om zijn uithoudingsvermogen te verbeteren. Dat betekent dat we iets hebben ingeleverd op explosiviteit, maar hij is nu sterker na 200 kilometer koers.”