FC Barcelona heeft de Koningsbeker gewonnen door Real Madrid met 3-2 te verslaan na verlenging in de finale, zaterdag in Sevilla.
Thibaut Courtois blonk uit door in de 21e minuut een kopbal van Jules Koundé te pareren. De Rode Duivel kon niets doen aan het ingecurveerde schot van Pedri vanaf de rand van het strafschopgebied (28e). De middenvelder was aan de basis van de actie, door een pas van Jude Bellingham te onderscheppen en Lamine Yamal aan de rechterkant vrij te spelen, en sloot de actie af door de terugspeelbal van zijn ploegmaat binnen te werken. Dani Olmo raakte de paal in de slotfase van de eerste helft, na een schot van links (44e).
Aanvankelijk op de bank, verving Kylian Mbappé Rodrygo tijdens de pauze. Real Madrid groeide mee met de wedstrijd en dwong Wojciech Szczesny tot meerdere reddingen. Mbappé maakte gelijk via een vrije trap (70e).
Aurélien Tchouaméni zette de ommekeer compleet met een kopbal, na een voorzet van Arda Güler (77e). Courtois blonk opnieuw uit met een redding op een schot van Yamal (82e). Gelanceerd door Yamal, dribbelde Ferran Torres Courtois voorbij en bracht beide teams opnieuw op gelijke hoogte (84e).
In de blessuretijd kende scheidsrechter Ricardo de Burgos Bengoechea Barcelona een strafschop toe voor een overtreding van Raul Asencio op Raphinha, maar trok zijn beslissing in na tussenkomst van de VAR. Jules Koundé schonk Barcelona uiteindelijk de Koningsbeker door in de slotfase van de verlenging te scoren, in de 116e minuut. De club won zo voor de 31e keer in zijn geschiedenis de Koningsbeker.