EK basket (v) : Belgian Cats verlengen Europese titel na comeback in finale tegen Spanje

De Belgische basketvrouwen hebben hun Europese titel in extremis kunnen verlengen. De Belgian Cats wonnen zondagavond in het Peace and Friendship Stadium in het Griekse Piraeus de EK-finale tegen Spanje met 65-67 na een comeback in de slotseconden.

circus
Foto
BELGA

Beide landen hielden elkaar in het eerste kwart (19-18) nagenoeg in evenwicht, maar door enkele missers en de efficiëntie van Spanje doken de Belgian Cats met een 37-31-achterstand de rust in. In het derde kwart zetten de Cats een tussenversnelling in en bogen ze hun achterstand om in een krappe voorsprong, die de Spanjaarden in het slot alsnog wegwerkten. Met een 52-49-stand in het voordeel van Spanje beloofde het een razend spannend laatste kwart te worden.

Daarin duwde Spanje meteen door en sloeg het een kloof van acht punten. De Cats, die gedurende de hele finale slordig basket speelden en veel balverlies leden, waren aangeslagen, maar vochten dapper terug. In de slotminuut verkleinde Julie Allemand met een lay-up de Belgische achterstand tot één punt en Antonia Delaere profiteerde van een blunder bij de Spanjaarden om de Belgen net als in de halve finales tegen Italië de zege te bezorgen: 65-67.

Allemand was met 19 punten de topscoorder in de EK-finale. Verder scoorden ook Kyara Linskens (17 punten) en Emma Meesseman (16 ptn, 11 rebounds en 7 assists) minstens tien punten. Bij Spanje kwamen Aina Ayuso, Paula Ginzo en Helena Pueyo tot elk elf rozen.

De Belgian Cats werden twee jaar geleden in de Sloveense hoofdstad Ljubljana voor het eerst Europees kampioen door Spanje te verslaan in de finale. Met hun tweede Europese titel op rij zetten de Cats een kunststukje dat, de hegemonie van de Sovjet-Unie tussen 1960 en 1991 buiten beschouwing gelaten, alleen Spanje tot dusver neerzette. Ze verlaten Piraeus op die manier ook met een vierde medaille in vijf EK-edities, na het brons in zowel 2017 als 2021 en het goud in 2023 en 2025, en zijn als kersverse Europese kampioen ook zeker van deelname aan het WK van 2026 in Berlijn (4-13 september).

Dit keer werkten de troepen van Mike Thibault hun poulefase af in het Tsjechische Brno en eindigden ze in groep C met een perfect rapport door achtereenvolgens Portugal (81-52), Montenegro (87-53) en gastland Tsjechië (72-60) te verslaan. In de kwartfinales klopten de Cats Duitsland met 83-59, in de halve eindstrijd ging Italië met 64-65 voor de bijl.

Spanje greep zo naast een revanche voor de verloren EK-finale (64-58) van twee jaar geleden. De Spanjaarden speelden hun vijfde EK-finale op zeven edities tijd en kroonden zich in 2013, 2017 en 2019 tot Europees kampioen. Tijdens die drie eindzeges was het in de finale telkens te sterk voor Frankrijk, dat eerder zondag naast het brons greep in Piraeus. Italië was deze keer de boosdoener en pakte zijn eerste EK-medaille in 30 jaar, na het zilver van 1995 in Tsjechië. De Fransen verloren eerder zondag de troostfinale met 54-69 en grepen voor het eerst sinds 2007 naast een medaille.