Na een drukke vrijdag vol ploegvoorstellingen is het eindelijk zover: Milaan-Sanremo! De wekker stond vroeg, want wij kregen de unieke kans om in een ploegwagen van Intermarché-Wanty plaats te nemen en zo het eerste Monument van het seizoen van binnenuit mee te maken. Kom mee in de wagen!
De sfeer is ontspannen en de glimlachen zijn aanwezig bij de startzone, ondanks het natte weer. Maar binnen de Belgische ploeg hangt er tegelijk een voelbare focus, want La Primavera staat hoog op het verlanglijstje van Biniam Girmay dit jaar. Het is 10u15 wanneer het startschot klinkt. Gewoonlijk begint Milaan-Sanremo relatief rustig, gezien de lengte van bijna 300 kilometer, maar deze zaterdag besliste het weer daar anders over.
De kou: een geduchte tegenstander
Na net geen 100 kilometer duikt het eerste hectische moment op in onze wagen. Meerdere renners hebben last van de kou en hebben materiaal nodig: handschoenen voor Luca Van Boven en Biniam Girmay (die moeilijk te vinden zijn), een buff voor Taco van der Hoorn, en een thermos die naar de andere wagen moet — allemaal binnen enkele minuten.
De communicatie tussen de twee ploegleiders wordt intenser en verschillende renners van andere teams stoppen langs de kant van de weg om extra kleding aan te trekken. «Ze verliezen meer energie als ze bevriezen dan als ze even moeten knallen om terug te keren in het peloton», legt sportdirecteur Frederik Veuchelen uit. «Eens je het koud hebt, is het heel moeilijk om weer op te warmen.» Even later grijnst hij: «Nog maar 200 kilometer te gaan.»
Daarna keert de rust enigszins terug. Het peloton houdt het verschil met de kopgroep onder controle en wanneer we de kustlijn van de Ligurische Zee bereiken, zo’n 130 kilometer voor het einde, breekt de zon zelfs door. Op dat moment loopt het opnieuw warm in onze wagen: meerdere renners, waaronder Girmay, stoppen tegelijkertijd – onder meer door een radioprobleem – en moeten hard werken om terug te keren. “Volgende keer moeten we dat beter organiseren, het was complete chaos”, horen we via de oortjes. Maar uiteindelijk komt alles goed en rijden we verder richting Sanremo, met prachtige vergezichten langs de Riviera Ligure. De koersfotografen nemen ondertussen grote risico’s om het perfecte beeld vast te leggen, zelfs al klimmend op rotsen.
Een zenuwslopend en frustrerend slot
Op 65 kilometer van de meet voel je de spanning stijgen. Het peloton verhoogt fors het tempo om de vlucht te grijpen en ook in de volgwagens is de nervositeit voelbaar. Via de radio wordt herhaald: “Samen blijven, jongens, jullie zitten niet allemaal bij elkaar.” De instructies voor het slot worden nogmaals meegegeven. Eén voor één moeten renners de rol lossen: Tom Paquot, die de hele dag hard heeft gewerkt, haakt af, gevolgd door Laurenz Rex die 30 kilometer voor de streep pech kent.
Dan is het tijd voor de gevreesde Cipressa, het begin van het grote finaleoffensief. Pogacar gooit de knuppel in het hoenderhok en rijdt weg met Van der Poel en Ganna. Girmay blijft aanklampen in het tweede groepje en bereikt de top met 32 seconden achterstand. “Keep fighting Bini”, roept zijn sportdirecteur Aike Visbeek herhaaldelijk in de oortjes. Maar de drie vooraan zijn te sterk en rijden weg. De hoop is dan dat Girmay nog de vierde plaats kan grijpen, maar in de sprint raakt hij ingesloten en moet hij zich tevreden stellen met een 14e plaats. De ontgoocheling is groot, maar de Eritreeër benadrukt ook de positieve punten van deze intense dag, die eindigt op de iconische Via Roma in Sanremo — waar Mathieu van der Poel zegevierend de handen in de lucht steekt.